Klein is het nieuwe groot

“Small is the new big.” Met deze slogan keerde afgelopen dinsdag een groep van Koreaanse planologen en stadsontwikkelaars huiswaarts, na een rond-leiding door de Buiksloterham. Ik heb ze verteld over de experimenten die in de Buiksloterham plaats hebben gevonden met een nieuwe vorm van stadsontwikkeling. En hoezeer ik er ook van overtuigd ben dat iedere situatie uniek is: sommige concepten worden in elke taal begrepen. ‘Bottom-up’ blijkt niet alleen in het Nederlands maar ook in het Koreaanse taalgebruik ingeburgerd, zo kon ik opmaken terwijl mijn uitleg in het Koreaans vertaald werd.

In de Amsterdamse politieke en bestuurlijke realiteit anno 2019 valt vaak te horen – na een crisis waarin zelfbouw zorgde voor de broodnodige continuïteit op een soort waakvlamniveau – dat we nu weer volume moeten maken en dat dat natuurlijk niet kan met zelfbouw. Ik waag dat te betwijfelen. Ik kan me levendig voor de geest halen hoe – om één voorbeeld te noemen – in de Bongerd in Amsterdam-Noord er 20 jaar over is gedaan om een strookje aan de Druivenstraat te bebouwen. De betrokken ontwik-kelaar had en heeft een claim op de grond en hoefde niet meer te doen dan te beweren dat de exploitatie niet rond kwam. Het kost hem niets.

Een zelfbouwer zou na 3 jaar een boete hebben gekregen van €10.000 per maand (en per woning!).

Of ga eens rondkijken in de Buiksloterham. En kom me dan vertellen wat de gemiddelde doorlooptijden zijn van de diverse kavels. En durf dan met droge ogen te beweren dat zelfbouw langer duurt. Of minder volume oplevert.

Het is juist andersom. Zelfbouw is een aanjager. Zodra de zelfbouwkavels klaar zijn komen de excursies in grote rijen voorbij. Die komen echt niet kijken naar de nog steeds braakliggende kavels van Ymere, Alliantie of andere ontwikkelaars.