Aftellen naar het HIB : deel 4

Het Investeringsbesluit Buiksloterham (vastgesteld in 2007) wordt ‘herijkt’. Deze Herijking Investeringsbesluit (HIB) is inmiddels in juni 2019 ambtelijk vastgesteld maar eind oktober nog steeds niet vrijgegeven voor inspraak. Omdat we met een aantal betrokken burgers inmiddels al twee jaar proberen om hier een voet tussen de deur te krijgen wordt op deze site op deze manier nu een aantal kritische analyses gepubliceerd. In deel 4 doen we een aantal afsluitende stellingen. Deze gaan niet alleen over de Buiksloterham, maar zijn ook van toepassing op andere plekken in de stad. Dat maakt het niet minder erg; integendeel.

  • Dat het HIB gebruikt lijkt te worden om eenzijdig vooral de ontwikkel­mogelijkheden op te rekken.

Het HIB wordt niet gemaakt om circulaire doelstellingen beter te kunnen behalen, of om meer groen te kunnen realiseren. Het HIB wordt gemaakt om meer vierkante meters en dus ook woningen te kunnen bouwen. Dat is eenzijdig, omdat de gemeente haar eigen toetsingskaders i.v.m. Referen­tie­normen Maatschappelijke en Groenvoorzieningen te makkelijk aan de kant schuift om het woningaantal maar te kunnen halen. En dat politieke partijen het niet aan lijken te durven om verantwoordelijkheid te nemen voor het besluiten tot lagere woningaantallen.

VOORSTEL : om toe te zeggen dat de minimumwaarden zoals genoemd in de Referentienormen voor de Buiksloterham als centrum-stedelijk gebied streng gehandhaafd zullen worden. NB Volgens de project-manager van de gemeente zou er voldaan moeten worden aan de normen voor gemengd stedelijk gebied. Waarom dat niet kan gaan we in een ander blogbericht uitleggen.

  • Dat er in de hele stad een doorgeschoten verdichting plaats vindt die niet duurzaam is.

Amsterdam laat zich gek maken door Excel-gedreven stadsontwikkeling waar­in met een simpele aanpassing van FSI, bouwhoogte en woning­bouw-percentages zo’n 70.000 woningen kunnen worden bijgebouwd. Waarbij:

  1. Voorbijgegaan wordt aan het feit dat dit heel vaak in bestaand stedelijk gebied gebeurt.
    1. De belangen van omwonenden genegeerd worden.
    2. De belangen van ontwikkelaars stelselmatig voorrang lijken te krijgen.
    3. Het belang van de gemeente – als verkoper dan wel ‘facilitator’ van zeer schaarse grond – voorrang lijkt te krijgen.
    4. Het algemeen belang het onderspit lijkt te delven als de gemeente een belang heeft in deze grondmarkt.

NB : dit is een systeemkritiek die we niet binnen de Buik­sloterham gaan, willen of kunnen oplossen. De opmerking dient om aan te geven dat een experiment met een andere vorm van partici­patie stadsbreed voordeel zou kunnen opleveren.